In opperste concentratie kijk ik naar mijn doel. Ik heb twee benen stevig op de grond staan en voel dat ik nu de juiste balans heb gevonden. Mijn boog wijst naar beneden en ik plaats de pijl met de nock in de pees. Ik concentreer me op mijn ademhaling. Ik adem beheerst in en uit en word steeds rustiger. Ik trek met drie vingers de pees naar achter. Zo ver mogelijk. Dit kost de meeste kracht. Ik krijg signalen van mijn lichaam door de zware belasting; de spanning is haast ondraaglijk, maar ik blijf focussen. Dan breng ik mijn boog naar boven en richt op mijn doel. Ik kijk langs de pijl en blijf zoeken en richten totdat ik het blazoen in mijn vizier krijg. Dat is mijn doel, dat is me nu duidelijk. Ik adem nog een keer diep in en laat los…

Wat is boogschieten toch een prachtige metafoor voor het leven.

Je herkent vast de situatie waarin je behoorlijk op de proef wordt gesteld en een flink stuk uit de welbekende comfort zone wordt getrokken. Een primaire reactie is om de schouders te laten zakken en op te geven om de vreselijke druk en spanning te ontlopen. Niet doen! Geef. Nooit. Op.
Pak je pijl en boog op, die je zojuist moedeloos aan de kant gesmeten hebt en begin opnieuw. Recht je schouders. Visualiseer, groeiend uit je voeten, boomwortels die diep de grond in gaan. Adem in. Focus. Adem uit. Richt en verlies nooit je doel uit het oog. En dan… laat los…
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan in het leven. Je hebt vertrouwen en lef nodig om los te laten, maar je kan het; laat maar los. Zonder los te laten komt je pijl zeker niet ver en blijft de spanning op de pees staan. Laat maar gaan en kijk wat er gebeurt. Je hebt misschien niet meteen een voltreffer, maar wel wat geleerd en ervaring opgedaan om weer dichter bij je uiteindelijke doel te komen.

Eigenlijk zijn we dus allemaal boogschutters, maar wat is jouw doel?